Kerstmis is het feest van de geboorte van Jezus Christus.

We vieren dat God als kleine mens, mens geworden is midden zijn mensen, midden zijn schepping.

Hoe korter de dagen worden, des te meer lichtjes worden er aangestoken. In de christelijke kerk wordt deze tijd de adventtijd genoemd; in de vier weken voor kerst bereidt men zich voor op de geboorte van Jezus. Elke zondag steekt men in de kerk een kaars meer aan op de adventskrans.

Jezus Christus is voor christenen het Licht van wereld. Johannes de Doper zegt ons immers: ‘Zijn licht moet groter worden, en dat van mij kleiner.’

De traditionele kerststal die mensen plaatsen in de kerk, op pleinen, thuis,

is een idee van Franciscus van Assisi die in 1223 op het idee kwam een levende kerststal in het dorp Greccio (Italië) op te zetten. Het idee komt voort uit de vertalingen van het evangelie van Lucas, waarin staat dat Jezus in een kribbe gelegd werd, omdat er geen plaats was in de herberg. De plaats van een kribbe is de stal, wat een logische keuze lijkt als de herberg zelf vol is.